Namen en Cultuur        WEEK 5

 

 

dinsdag 6 maart:

Presentatie van de onderzoekvoorstellen
Dat doet elk team met een digitale presentatie van maximaal 15 minuten (dat zijn maximaal 10 slides: titel+9). Vertel daarin over:

  • de vraagstelling
    Wat hoop je te leren uit het onderzoek?
  • de onderzoeksopzet (inclusief tijdschema)
    Welke gegevens heb je nodig (en hoe kom je er aan)?
    Is de opzet realistisch in een aantal weken uit te voeren?
  • de beoogde analyses
    Kun je met de verzamelde gegevens de vraag beantwoorden?

Verder literatuuronderzoek:

Zie week 3

Je kunt o.a. zoeken in de bibliografie die via www.naamkunde.net toegankelijk is. De literatuur zelf kun je soms online raadplegen (bv de laatste 10 jaar van het tijdschrift Naamkunde), soms kun je het in de UB vinden, of anders is het wel op het Meertens Instituut. Belangrijke tijdschriften zijn naast Naamkunde voor het Nederlands taalgebied, Names (van de American Names Society) en Onoma (van ICOS, de Internatial Conference of Onomastic Sciences)

Opdracht:
Voor 15 maart stuur je een definitief onderzoekplan op naar de docent. Vermeld daar bijvoorbeeld ook welke bestanden je nodig denkt te hebben, welke naamselecties je hebt gemaakt, hoe je enquete er uit ziet, welke respondenten je wilt gebruiken, hoeveel, waar vandaan etc. Uiteraard afhankelijk van het beoogde onderzoek.
 

Presentatie
naamgroepen

(.ppt)
donderdag 8 maart:

Eventueel vervolg presentatie van de onderzoekvoorstellen.

Meer werken met Access.

Opdracht 5:

Maak een selectie op basis van de voornamen top 10.000 in combinatie met de uitspraak van de namen. Kies één opgave uit de volgende mogelijkheden:

- de namen waarvan de klemtoon op de laatste lettergreep valt [de bonusvraag, je kunt gebruik maken van de functie InstrRev die de positie van het voorkomen van een letter van achteraf geeft]

- de namen waarvan de klemtoon noch op de eerste noch op de laatste lettergreep valt [gebruik ook hier InstrRev]

- de eenlettergrepige namen met een korte klinker [hier moet je een onderscheid maken tussen een hoofdletter en een kleine letter, en Access doet dat helaas niet vanzelf. Gebruik de functies Lcase([string]) die een string in kleine letters omzet, en de functie StrComp([string1];[string2];0) die twee strings vergelijkt]

- de meerlettergrepige namen met een tweeklank

- de namen waarin de eerste klank nog minstens een keer voorkomt
 

Leg de uitgevoerde query(ies) uit, geef het resultaat, bespreek dat kort, en stuur alles in een tekstfile op naar de docent.

Inleveren voor 15 maart.

 


 

Nog een interessant bestand uit de GBA:
- vreemde voornamen

 

Aangepast 01-03-2012