artikel gepubiceerd in LINK 11.2, 62-66 (1999)


In de naam van ...

2. Uniseks namen

 

Gerrit Bloothooft

 

Het schalt over straat: "Robin, kom eens thuis!’. Zou hier een jongen of een meisje naar huis worden geroepen? U kunt dat niet met zekerheid weten. Weliswaar geven de meeste voornamen direct informatie over het geslacht van de drager, maar er is een groep namen die zowel aan een jongen als aan een meisje gegeven wordt. Zo ook met Robin. Deze voornaam kan zich er momenteel zelfs op beroepen de meest frequente uniseks naam in Nederland te zijn. Van de 398.000 in 1996-97 geboren baby’s [1] werden 1525 jongens en 726 meisjes Robin genoemd. Daarmee komt Robin in populariteit voor jongens op de 12e plaats en voor meisjes op de 40e plaats.

Het voornamenboek [2] zegt dat Robin mannelijk is, etymologisch afstamt van Robrecht, wat ‘schitterend door roem’ betekent, en ook in Engeland en Frankrijk voorkomt. Roem was in het verleden natuurlijk alleen voor mannen weggelegd en Robin Hood was een waardige naamdrager. Maar waarom heten nu ook zoveel meisjes Robin?

In al mijn historische naambestanden komt de naam Robin niet voor. In het begin van de 17e eeuw waren er wel twee nieuwe poorters van Amsterdam die Robyn heetten. Dit waren mogelijk Friezen, want Robyn is een Friese variant van Robrecht. Recent heb ik van het Centraal Bureau voor Genealogie een bestand gekregen van voornamen van 405.000 personen die tussen 1994 en 1998 overleden zijn en toen ouder waren dan 50 jaar [3]. In dit ‘grootouder’-bestand heet slechts een enkeling Robin. En al kreeg onze voormalige staatssecretaris Robin Linschoten zijn naam in 1956, ik concludeer toch maar dat de naam Robin niet wordt gekozen op grond van vernoemingsmotieven. Er zijn veel te weinig oudere familieleden die de naam dragen.

Nu is onze voornamenkeuze de laatste tientallen jaren vrijer geworden. De traditionele vernoeming is gaandeweg verlaten of op een creatieve manier toegepast door het gebruik van varianten, het combineren van namen of door te kiezen voor verwante namen. Toch laat de populariteit van Robin zich ook niet uit ‘moderne’ vernoeming verklaren. Grootvaders die Robbert, Robert of Robertus heten zijn er niet genoeg (344 op 405.000). En voor meisjes zijn er nog minder mogelijkheden voor een moderne vernoeming.

Nee, ik denk dat Robin en ook bijvoorbeeld Kevin, die nu op de 3e plaats in populariteit staat, louter verklaard moeten worden uit een tendens tot internationalisering van onze voornamen waarbij vooral uit Engelse namen wordt geput. Daarbij is het wel opmerkelijk dat in Nederland veel meer jongens dan meisjes Robin genoemd worden, terwijl dat in Amerika juist andersom is [4].

 

Tabel 1. Top 20 van voornamen die in 1996 en 1997 zowel aan jongens als aan meisjes zijn gegeven. Varianten met (ongeveer) dezelfde uitspraak (aantal > 1) zijn toegevoegd. Het meest vertegenwoordigde geslacht is een wit veld aangegeven als er een significant (p<0.01) verschil is tussen de aantallen voor jongens en meisjes. De namen zijn geordend op frequentie van hoog naar laag, maar per naam is daarbij de laagste van de frequenties voor jongens of meisjes als leidraad genomen. Als referentie is de meest populaire naam voor jongens en meisjes cursief in bruin veld toegevoegd. Het totaal aantal baby’s was in 1996-97 397.699.

 

naam

aantal
jongens

aantal
meisjes

Thomas

2346

 
Laura  

2247

1 Robin

1525

726

         Robbin

128

19

         Róbin

1

5

         Robinn

0

3

2 Jaimy

176

176

         Jamie

151

331

         Jamy

26

41

         Jaimie

20

18

         Jaimey

6

2

         Jamey

0

2

         Jami

1

2

         Yamie

0

2

3 Nicky

227

188

         Nikki

11

440

         Nickey

4

7

         Nicki

3

7

         Nikky

1

36

         Nikkie

1

22

4 Luca

123

118

         Luka

48

53

         Lucca

4

6

5 Bo

88

385

         Beau

68

215

         Boo

2

1

6 Jessy

90

71

         Jessie

66

234

         Jessey

33

8

         Jessi

0

4

7 Marijn

325

128

         Marin

10

25

         Marien

21

0

         Marein

3

3

8 Noah

175

103

         Noa

17

204

9 Dominique

92

440

         Dominiek

3

4

         Dominick

26

0

         Dominik

4

0

10 Anne

86

1961

11 Jip

126

84

12 Rowan

198

71

13 Sam

551

70

14 Demi

39

1519

         Demy

24

81

         Demie

2

6

         Démi

0

9

15 Kris

40

37

         Chris

212

27

16 Lesley

103

50

         Leslie

14

16

17 Quincy

166

58

         Quincey

3

3

18 Sammy

52

30

         Sammie

13

21

19 Marlon

66

40

20 Indy

59

39

         Indi

0

3

In 1996 en 1997 zijn er op een totaal van 35.373 verschillende babynamen, 362 aan minstens drie meisjes en aan minstens drie jongens gegeven [5]. In Tabel 1 staat de top 20 van deze uniseks namen. Enige namen die (vrijwel) op dezelfde manier worden uitgesproken zijn er ook bijgezet.

Deze top 20 bevat maar weinig typisch Nederlandse namen. Robin, Jaimy, Nicky, Jessy, Noah, Rowan, Lesley, Quincy, Sammy en Marlon zijn van Engelse, Schotse of Ierse oorspong of een Engelse variant. Bo is populair in Skandinavië maar Beau heeft een andere etymologie en is van Engelse oorspong. Dominique is Frans. Indy is vermoedelijk van Hindoestaanse herkomst (via Indira voor meisjes en Indra voor jongens).

De klinkeruitgangen -y, -ie, -i, -ey die allemaal als /i/ worden uitgesproken zijn in deze groep dominant. Deze uitgang is sekseneutraal. Minder frequente namen van dit type zijn bijvoorbeeld nog: Sidney, Bobby, Danny, Jacky, Charley, Remy, Micky, Joni, Marley, Dewey, Jori, Levi, Lenny, Willy, Gerry, Hennie etc.

 

Tabel 2. Percentages ‘grootouders’ en baby’s uit 1996-97 met een bepaalde klinkereinde van de voornaam. Ook wordt het totale percentage namen met een klinkereinde gegeven.

 

      ‘grootouders’                                          baby’s 1996-97

mannen

vrouwen

naameinde

jongens

meisjes

6.8

94.2

TOTAAL

23.4

76.4

0.1

52.4

a

1.0

26.9

 

13.5

ia

0.1

3.7

   

ya

 

0.6

3.2

24.0

e

5.5

26.8

0.1

 

e

0.2

0.2

   

ée

 

0.6

0.3

0.5

y

3.6

5.3

0.4

0.1

i

2.4

3.1

   

ey

2.0

1.3

1.6

1.1

ie

0.7

3.4

0.9

 

o

5.1

0.4

   

io

0.4

 

We kunnen de rol van de klinkeruitgang bij jongens- en meisjesnamen wat verdiepen door de voornamen van de ‘grootouders’ te vergelijken met die van de baby’s uit 1996-97. Tabel 2 geeft voor beide groepen het percentage voornamen met een bepaald klinkereinde. Wat opvalt is dat bijna alle ‘grootmoeders’ (94.2%) een naam hadden die op een klinker eindigt (vooral -a, -e, en -ia), terwijl een klinkereinde bij ‘grootvaders’ maar weinig voorkomt (6.8% en dan voornamelijk -e). In de moderne naamgeving is hierin een duidelijke verschuiving opgetreden. Van de meisjesnamen heeft nog driekwart een klinkereinde, maar bij de jongensnamen is dat gestegen tot een kwart. Het zou geïnterpreteerd kunnen worden als een uitdrukking van emancipatie in de voornaam. Bij de meisjes zijn -a en -ia samen gehalveerd van 68% naar 31%, de -/e/ groep blijft ongeveer gelijk rond 25%, maar de -/i/ groep is met stip gestegen van 2% naar 15%. Bij de jongens stijgen zowel -o en -e, maar vooral weer de -/i/ groep (9%). Opmerkelijk is daarbij dat in die laatste groep -ie tegenwoordig veel duidelijker op een meisje wijst dan vroeger. Overigens moeten we ons realiseren dat de gebruikte bestanden de officiële voornaam bevatten. In de roepnaam komt -/i/ waarschijnlijk (zeker vroeger) vaker voor en in de huidige naamgeving is de roepnaam meer dan vroeger ook de officiële (85%).

Van de namen in de uniseks top 20 komt in het ‘grootouder’-bestand alleen Anne voor. Ook daar is Anne een uniseks naam, maar de naam werd – in tegenstelling tot de kinderen van nu – veel meer door mannen gedragen. Bij de ‘grootouders’ is Willy de meest voorkomende uniseks naam (overigens maar 128 mannen en 90 vrouwen op een totaal van 405.000), gevolgd door Marie, Maria, Anne, Eliza, Jans, etc. Daarbij even de puntjes op de i: Marie en Maria zijn vrouwennamen die soms ook aan jongens worden gegeven (cross-sex namen), Anne en Eliza hebben voor mannen en vrouwen een verschillende etymologie (bv. Anne uit Ane voor mannen en uit Anna voor vrouwen).

Als niet-buitenlandse nieuwkomer is Jip opvallend. Etymologisch gezien is de naam afgeleid uit het Friese Jibbe. Bij de ‘grootouders’ komen niet Jip, maar wel Jipje (v) en Jippe (m) een paar keer voor. Als in 1996-97 126 jongens en 84 meisjes de naam Jip krijgen, dan denk je toch echter in eerste instantie aan Annie M.G. Schmidt. Dat haar Jip een jongetje is en dat er nu ook veel meisjes zijn die zo heten, zou ze wel leuk gevonden hebben. Overigens is Janneke met 320 meisjes populairder dan Jip.

Er is onmiskenbaar een tendens tot emancipatie in onze keuze van voornamen, er worden flink wat namen voor zowel jongens als meisjes gebruikt, en het gebruik van klinkereinde van een naam groeit naar elkaar toe. Het loslaten van de vernoemingstraditie creëert een keuzevrijheid waarbij in het bijzonder een nieuwe voorraad van buitenlandse namen wordt aangeboord. Omdat ouders minder gevoel hebben voor het sekse-gebonden karakter van buitenlandse namen kunnen deze ontleningen zich gemakkelijk tot uniseks namen ontwikkelen. Deze naamkundige anarchie leidt er wel toe dat voornamenboeken flink herzien zullen moeten worden.

Referenties

[1] Sociale Verzekeringsbank. Voornamen van 397.699 kinderen die in 1996 en 1997 zijn geboren en waarvoor kinderbijslag is verleend.
[2] Spectrum voornamenboek (1992). J. van der Schaar, bewerkt door D. Gerritzen en J.B. Berns.
[3] Centraal Bureau voor Genalogie. Voornamen van 404.785 personen die tussen 1994 en 1998 zijn overleden op een leeftijd van minstens 50 jaar.
[4] Amerikaanse volkstelling 1990. Steekproef van 6 miljoen personen.
[5] Omdat er in een groot bestand altijd invoerfouten worden gemaakt is een grens getrokken bij 3 kinderen en niet bij 1.

Met dank aan Doreen Gerritzen voor haar opbouwende opmerkingen.