|
Promotielied voor Arthur
Dirksen |
Wijs:
"Het Dorp", door Wim
Sonneveld
1
‘t Is nu een jaar of wat gelêe
dat Arthur Dirksen heel
gedwee
bij fonetiek zijn entrée
maakte.
Maar niet voor een uur of
tien,
dan was-ie zelden of nooit te
zien,
hoewel hij nooit zijn plicht
verzaakte.
Hij werkte noest aan zijn
PROS-2,
zijn assistenten deden
mee.
Art's hakkenbar was veel
besproken.
Problemen klaar terwijl U
wacht,
een trage LC5 is macht,
en 's avonds thuis voor Marco
koken.
Refrein
En op het schoolbord van A. Dirkseii
zag ik de hoge bomen
staan.
Ik was foneet hoe kon ik
weten
dat dat de kern is van 't
bestaan.
2
De dag begon voor ons pas goed
na Arthur's opgewekte
groet.
Hi girls! Dag schat! waren zijn
wensen.
Een sigaret was dan
verplicht,
dus alle tussendeuren dicht,
rookgordijn voor and're
mensen.
Dampend zit ie op z'n
plek,
1n boerenzakdoek om z'n
nek
en blote voeten in
sandalen.
En om vijf uur naar de
kroeg,
daarvan krijgt ie niet
genoeg.
En dan 'n cliineesje
halen.
Refrein
En in het proefschrift van A. Dirksen
zag ik de kromme zinnen staan.
Maar als foneet kon ik niet weten
dat die in 't onderwijs bestaan.
3
Ook Arthur zocht een nieuwe baan.
Een post in Leiden stond hem aan,
in de computer-linguìstiek.
Maar Leiden nam hem toch niet aan,
hij is geen echte Chomskyaan,
teveel verpest door fonetiek!
Toch is hier iets niet in de haak,
want bijna niks weet hij van spraak,
En dat men daarin moet pauzeren,
om rust te geven aan 't oor.
Ook pauzes tussen 't werken door
zou hij 't liefst negeren.
Refrein
En op het schoolbord van A. Dirkse,
zag ik de grote bomen staan.
Ik was foneet, hoe kon ik weten
dat dat de kern is van 't bestaan.
4
Hij parst eens hier en dan weer daar.
Hij haalt de zinnen uit elkaar
met zijn fantastische PROS twee.
Maar't ding is wel een beetje raar,
is veel te traag en nog niet klaar,
en gaat nu naar 't IPO mee.
Dair wordt't dan opnieuw gevouwd
in 't apparaat dat men daar bouwt,
een praatmachien voor vele talen.
Dat zal een vlotte worden dan,
één die niet sneller spreken kan
dan Arthur's bomen-molens malen.
Refrein
En in het proefschrift van A. Dirksen
zag ik de kromme zinnen staan.
Maar als foneet kon ik niet weten
dat die in 't onderwijs bestaan,
5
Je lezingen vallen ons zwaar,
na al die bomen zijn wij gaar.
Het lijkt voor ons gebakken lucht.
Toch hebben wij van jou geleerd,
je als collega gewaardeerd.
Waarom sla jij nu op de vlucht?
Nu zingen wij voor jou dit lied.
We weten: dat bevalt je niet.
Zo'n lied kan jou toch niet bekoren.
Wat denk je, waarom zijn we hier?
Toch zeker ook voor ons plezier?
Nu heb je ons toch moeten horen.
Refrein
En op´t schoolbord van A. Dirksen
zag ik de grote bomen staan.
Ik als foneet, hoe kon ik weten
dat dat voorgoed voorbij zou gaan
|
|